Pedagogisch project



 
   R   
  O e   
  p f R 
  e l e 
  n e s 
  h c p 
  e t e 
KRITISCH
i d e t 
e       
z       
e       
n       

Onze kinderen kunnen kritisch reflecteren op hun eigen handelen. Door die kritische houding zijn ze in staat oplossingen voor velerlei problemen te evalueren en desnoods aan te passen of te veranderen. Tevens is die houding een voorwaarde voor verantwoord kiezen. Een keuze kan dan ook verdedigd worden. Zo worden ook cultuurproducten (film, media, kunst…) vanuit een zo breed mogelijke benadering bekeken. Ook het handelen van anderen kan kritisch én respectvol bekeken worden. Zelf staan ze open voor de mening van anderen, ook als het hun eigen (werk) betreft. 

H³ = hoofd x hart x handen

Alhoewel we het cognitieve belangrijk blijven vinden, kiezen we voor een evenwichtige verhouding in de begeleiding van de cognitieve, de sociaal-affectieve en de psychomotorische groei van alle kinderen. Dit betekent dat we voor die twee laatste aspecten uitdrukkelijke aandacht hebben. Daarom ook hebben we oog voor de hoeveelheid taken die we de kinderen opleggen. Een doordacht huistakenbeleid geeft onze kinderen de noodzakelijke vrije ruimte. 

Crea-c-tiviteit in zelfstandigheid

Onze kinderen kunnen een probleem op hun niveau zelfstandig (hetzij individueel, hetzij in groep) aanpakken. Ze kunnen door zelf actief en creatief te zijn tot een oplossing van het probleem komen én deze oplossing evalueren.

S.O.S.: Samen met de Ouders School maken

Onze school besteedt veel aandacht aan een goed en nauw contact met de ouders van onze kinderen. Een goede en veelvuldige communicatie tussen leerkracht en ouders is noodzakelijk voor de individuele begeleiding van elk kind.  

De kinderen zijn bereid om, in deze snel evoluerende maatschappij, iets nieuws aan te pakken of bestaande zaken aan te passen. Ze durven zich inzetten, verantwoordelijkheid opnemen en blijven dragen zelfs in moeilijke omstandigheden.

Waarden-v respect 

Onze taak ligt in het vormen van de kinderen. Om deze vorming mogelijk te maken hanteren we waarden en normen. Christelijke waarden zijn een belangrijke inspiratiebron. Een heel belangrijke waarde is respect. Respect voor materialen, waarbij spaarzaamheid en zorgzaamheid de sleutelwoorden zijn. Respect voor mensen. Eerbied voor de andere, leren luisteren en de andere aanvaarden zoals hij is. Verdraagzaamheid (ook voor iedere geloofsovertuiging) is hier een belangrijk onderdeel. We leren onze kinderen deze waarden kennen, te waarderen en te verdedigen. Belangrijk is hier de voorbeeldfunctie van de leerkracht waardoor hij die diepmenselijke waarden kan meegeven.

An, Miet, Joris, Korneel… wie je ook bent… welkom

We zijn allen met een pak gaven geboren. Elk van ons daarin zijn sterktes. Iedere leerkracht erkent en waardeert de unieke talenten en vermogens van ieder kind. Dit leidt tot een positief zelfbeeld bij het kind. Positieve begeleiding en stimulering ontwikkelen interesses. Zo vindt het kind zijn weg.

Op het cognitieve niveau hebben we aandacht voor het kennen en kunnen. We hebben vooral aandacht voor de kwaliteit van het geleerde. Niet het vele is goed, maar het goede is veel. Onze leerlingen kunnen een stuk leerstof verwerken. Plannen zien we als een attitude die nog versterkt wordt in het secundair onderwijs.

Kinderen leven samen in de klas- en schoolgemeenschap. Nu en later functioneren ze in een multiculturele maatschappij. Om met anderen goed samen te kunnen leven, leren we bepaalde sociale attitudes aan:

  • leren samenwerken
  • aanvaarden van een goed begrepen gezagsuitoefening
  • zin voor rechtvaardigheid
  • erkennen van sociale gebondenheid met inbegrip van solidariteit
  • mogelijkheid om zich te distantiëren van de heersende opvatting
  • dienstbaarheid

Deze attitudes worden in het samen spelen, werken en leven geoefend.

Kinderen moeten ook communicatievaardig zijn. Niet alleen kunnen ze zich uitdrukken, maar ze kunnen ook luisteren naar elkaar. Ze leren communiceren over ervaringen en gevoelens van anderen. Ze komen tot expressie van eigen gevoelens met respect voor anderen.

Kinderen moeten kunnen groeien in een veilige omgeving. Ze hebben nood aan liefde en warmte. Ze krijgen ondanks eventueel falen veel kansen. De kinderen ontwikkelen een sociale en emotionele band met klasgenoten en leerkrachten. De leerkracht fungeert binnen de klasgroep als vertrouwenspersoon. Klas en school zijn voor de kinderen belangrijke leer- en leefgemeenschappen. Omwille van die geborgenheid halen we informatie vooral uit de leefwereld van het kind en uit onze onmiddellijke omgeving.

Dit pedagogisch project vormt de basis voor acties die onze school onderneemt. Alle schoolse aangelegenheden worden aan de hand van dit pedagogisch project geëvalueerd en desnoods bijgestuurd. De directeur en het leerkrachtenteam krijgen de opdracht dit pedagogisch project te concretiseren.